Over ROSA

In de regio Amstelland is de samenwerking van de diverse individuele scholen met de opleidingsinstituten altijd al op verschillende manieren vormgegeven. In 2009 heeft dit geleid tot het ontstaan van de Regionale OpleidingsSchool Amstelland, onder de naam ROSA.

ROSA is sindsdien sterk in omvang gegroeid. Het samenwerkingsverband bestaat inmiddels uit 18 vo-scholen en 5 Amsterdamse opleidingsinstituten. De scholen bevinden zich in en rond Amsterdam, Amstelveen en de Haarlemmermeer.

De samenwerking tussen de partners is gericht op:

  • de gezamenlijke vorming en instandhouding van een opleidingsschool voor onderwijsgevenden die voldoet aan het door de overheid vastgestelde kader voor kwaliteit voor het Samen Opleiden van nieuwe leraren en de inductie van startende leraren;
  • het in gezamenlijke verantwoordelijkheid realiseren van opleidings- en begeleidingstrajecten gekoppeld aan een optimale leerwerkomgeving voor studenten van de lerarenopleiding, zij-instromers, nog niet bevoegde docenten en andere medewerkers in de school.

Visie

De visie van ROSA bestaat uit drie pijlers, te weten:

  • Samen opleiden
  • Samen professionaliseren
  • Samen onderzoeken

Het leren en opleiden van aanstaande docenten binnen ROSA is gebaseerd op de volgende elementen:

  1. De vo-scholen en opleidingsinstituten zijn binnen het samenwerkingsverband gelijkwaardige partners als het gaat om de ontwikkeling van het opleiden in de school.
  2. Het bieden van een rijke leeromgeving.
  3. Leren in authentieke situaties.
  4. Verantwoordelijkheid voor eigen leren en ontwikkeling stimuleren.
  5. Op maat opleiden.
  6. Leren opvatten als een actief proces , dat uitgaat van de lerende en zijn motieven en waarin individueel en sociaal leren verbonden zijn.
  7. Streven naar congruent opleiden.
  8. Koppelen van opgedane leerervaringen van de student aan relevante theorie.
  9. ROSA vormt een leergemeenschap waarin op alle niveaus geleerd wordt van elkaar.

Infrastructuur

De opleidingsschool beschikt over een goede infrastructuur om aan het opleiden bij te dragen. Deze behelst:

  • dat er een vaste schoolopleider in iedere school is;
  • dat de schoolopleider scholing heeft gevolgd en deskundig is voor het verrichten van scholings- en begeleidingstaken;
  • dat er afspraken zijn met de lerarenopleidingen over de taak- en verantwoordelijkheidsverdeling.

Bij de infrastructuur gaat het naast de rollen van de begeleiders (schoolopleider en werkplekbegeleiders) ook om de rollen, taken en verantwoordelijkheden van andere betrokkenen , zoals de stuurgroepleden en instituutsopleiders.

Procedures

Binnen de opleidingsschool zijn goede afspraken gemaakt over logistieke en organisatorische zaken, zoals plaatsing / sollicitatie van studenten, roosters, administratieve gegevens en de uitwisseling daarvan.

  1. De aanname en plaatsing van studenten vindt per deelnemende school plaats. Het aantal studenten dat geplaatst kan worden op een school is gerelateerd aan de grootte van de school. Op dit moment wordt een student-leerling ratio gehanteerd van 1:50.
  2. De studentengroep per school is naar jaar, vak en type opleidingstraject een redelijke afspiegeling van de populatie van de verschillende opleidingsinstituten.
  3. Om in aanmerking tot komen voor een stageplaats schrijven de studenten van de Tweedegraads Lerarenopleidingen een sollicitatiebrief voorzien van cv. Op basis van deze gegevens worden zij uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek. De schoolopleider en werkplekbegeleider spelen een belangrijke rol bij de plaatsing van de studenten.
  4. De studenten van de Universitaire Lerarenopleidingen (VU en UvA) krijgen vanuit het instituut een stageplaats toegewezen. Met deze studenten wordt eveneens een kennismakingsgesprek gevoerd voordat de stageplaats definitief toegewezen wordt.

De ROSA opleidingsschool presenteert zich op de verschillende stagemarkten van de opleidingsinstituten. Studenten die al op een ROSA-school stage lopen worden gestimuleerd om voor een volgende stage kennis te maken met één van de andere ROSA-scholen.